Jerry Tracey (GS1): “Vorderingen datakwaliteit net voldoende”

Wat staat de levensmiddelen- en drogisterijsector te wachten in 2018? Voor sectormanager Jerry Tracey van GS1 is het duidelijk: dit jaar moet de productinformatie in GS1 Data Source echt op orde zijn. De kwaliteit van de data moet stevig worden verankerd, omdat in de toekomst nog veel meer productgegevens worden opgenomen. Dat meldt GS1 in een persbericht aan Careality.

Met het programma ‘DatakwaliTijd 2.0’ werkt GS1 aan het structureel verbeteren van de kwaliteit van productinformatie in de GS1 datapool. Het programma is nu – begin 2018 – halverwege: aan het eind van dit jaar moet alle gevraagde informatie van producten in de levensmiddelen- en drogisterijsector in de database betrouwbaar zijn. Hoever zijn we?

Welk cijfer zou je willen geven aan de vorderingen?
“Een rapportcijfer geven voor alle inspanningen die bedrijven tot nu toe voor het verbeteren van de kwaliteit van productinformatie hebben gedaan, en dat iedereen nu kan lezen? Dat is een lastige vraag, want er zijn zoveel die echt hun stinkende best doen. Maar serieus: ik denk dat we een 6 kunnen geven aan de vorderingen voor de sector als geheel. Dat is zeker niet slecht, als je ziet dat we van nul af zijn gestart. Maar eerlijk is eerlijk, een zes is een magere voldoende! En het is zeker ook niet hoger, want we zijn er nog lang niet. Het doel is uiteindelijk ruim een 9. Op het gebied van datakwaliteit moeten bedrijven altijd beter willen worden. Bij een tien zijn bedrijven klaar en dat ben je met het op orde houden van productinformatie nooit. Het is en blijft altijd zaak om scherp te blijven.”

Wat is je verwachting voor 2018?
“We zijn nu halverwege het traject. Meer dan de helft van de leveranciers is opgeroepen om hun gegevens te laten controleren en ook meer dan de helft van de opgevraagde artikelen is inmiddels betrouwbaar bevonden. Natuurlijk hadden we niet verwacht halverwege het traject al klaar te zijn. Maar we houden er rekening mee dat de moeilijker gevallen zich vooral tegen het einde van het traject aandienen. Het is dus zaak het tempo hoog te houden en de sector te blijven aansporen.”

Als je zelf datamanager bij een fabrikant zou zijn, wat zou je dan in 2018 doen?
“Ik zou het al voor 2018 in de plannen hebben opgenomen als doelstelling. En ervoor zorgen dat er geld en tijd wordt gereserveerd om alle nodige acties te kunnen uitvoeren. Mijn advies is: maak het een concreet doel, koppel er een budget aan en maak iemand voor het proces verantwoordelijk. Laat die persoon contact opnemen met GS1 en neem een Data Management Service in de arm. Dan staat het op de rit en volgt de rest vanzelf.”

Wat kan een verantwoordelijke voor datamanagement bij een retailformule doen?
“Twee dingen: spreek helder je verwachtingen uit naar je leveranciers en geef daarbij een planning af, een deadline. En een tweede is: laat als retailer zien hoe je feitelijk gebruik gaat maken van de beschikbare data: in processen, maar ook online. Zo kan de fabrikant zijn inspanningen terugzien en wordt het voor hem ook duidelijk wat de consequenties zijn als hij geen correcte data aanlevert. Ook zal een fabrikant als deze ziet dat hij het risico loopt geen zaken meer te kunnen doen, eerder aan de slag gaan. Een retailer wil schade vermijden en zal dus geen producten willen opnemen waarmee hij risico zou kunnen lopen.”

Welke bezwaren en twijfels leven er bij fabrikanten, waardoor de goedkeuring van data soms zo lang op zich laat wachten?
“De twijfels of correcte data nodig zijn worden steeds minder. De sector is zich bewust van het belang van het feit dat het op orde krijgen én houden blijvend is. Het gaat eerder over de urgentie van het snel laten controleren van data. Dus nogmaals: maak er een project van, maak iemand verantwoordelijk en zorg dat het geregeld wordt. Bedrijven die niet zijn gestart moeten nu echt snel aan de slag. Laat de oproep niet liggen, want je achterstand wordt alleen maar groter.”

Deel dit bericht: